Wereldkampioen windsurfen Lilian de Geus heeft de Peruaanse windsurfster Maria Belen Bazo weten te verleiden om onderdeel te worden van haar trainingsgroep op weg naar de Olympische Spelen in Tokio. De top twintig windsurfster van de wereld is een mooie aanvulling op de bestaande trainingsgroep van De Geus en een ideale sparringspartner op het gebied van materiaal.
Jacco Koops, de coach van Lilian de Geus, ziet in de Peruaanse een mooie aanvulling op de bestaande trainingsgroep. “We hebben de afgelopen tijd veel met de mannen (Kiran Badloe en Sil Hoekstra red.) gevaren. Dat zullen we ook blijven doen, maar met Maria hebben we nu ook een trainingspartner die op hetzelfde materiaal vaart, met hetzelfde formaat zeil. Dat is toch anders en maakt het makkelijker om je eigen prestaties direct te meten. Daarnaast is Maria ook gewoon een heel fijn persoon, positief ingesteld en bereidt om hard te trainen. Ik denk dat beide dames van deze samenwerking kunnen profiteren.”
De Geus opgetogen
De komst van Maria Belen Bazo naar Nederland zorgt voor opgetogenheid bij De Geus: “Doordat Maria nu hier is heb ik altijd een vaste trainingspartner. We hebben de afgelopen jaren steeds bij verschillende buitenlandse teams aan moeten sluiten om te kunnen sparren met andere vrouwen in de trainingen. Dat we nu een situatie hebben kunnen creëren waarin ik me dagelijks kan meten met een andere internationale surfster uit de top twintig is prettig.”
Belen Bazo kijkt uit naar de samenwerking
De vrijdag 22 jaar wordende Peruaanse is zelf ook blij met haar nieuwe omgeving. Belen Bazo: “Natuurlijk is het een grote stap om naar Nederland te komen. Het scheelt dat mijn oudere broer al in Haarlem woont, dus helemaal alleen ben ik hier niet. Ik weet dat ik dit nodig heb om een volgende stap te zetten in mijn carrière. Ik ben super gemotiveerd en ik kijk er naar uit om veel te leren in de komende maanden. Nederland is een windsurfland met internationaal veel aanzien, ik ken Lilian en haar coaches al een aantal jaren en we kunnen goed met elkaar overweg. Ik heb er zin in.”
